Inleiding


IJsland bekoorde ons de 2 vorige keren dermate door de winterse landschappen dat we deze keer putje winter naar het land trekken.

Omdat we verwachten dan we ons in deze periode zullen moeten aanpassen aan de winterse omstandigheden, hebben we ons "beperkt" tot de Ring Road 1,  de enige weg in IJsland die zo goed als altijd sneeuwvrij gehouden wordt.
Tijdens onze vorige reizen in IJsland hadden we het geluk om enkele keren het Noorderlicht te kunnen aanschouwen en uiteraard hopen we daar nu opnieuw op.

We reizen voor het eerst met 3 in plaats van enkel mijn zoon en mijzelf, zoals tot nog toe steeds het geval was. Het wordt in elk geval een koude "vuur"-doop voor mijn lieve vriendin.
Maar met de juiste kledij kan kou ons echt niet deren, integendeel zelfs, hoe winterser de omstandigheden, hoe liever we het hebben. Zolang we maar probleemloos kunnen rondtrekken tenminste...
 

Wie op de hoogte wil blijven van blogupdates, kan zich hier inschrijven. Vermits dit een nieuw webadres is, dienen ook mensen die op onze vroegere blogs ingeschreven zijn zich opnieuw te registreren.

05 februari 2017 - Brussel - Keflavik - Hafnarfjall


12:50 – 15:15 BRU – KEF FI555 22D + 22E + 22F
Boeing 757-200 3h25m



We vertrekken een halfuurtje later dan voorzien uit Brussel, maar die achterstand wordt volledig weggewerkt tijdens de rustige vlucht naar Keflavik. We komen dan ook aan op het voorzien uur, 15:15u.



IJsland wordt de laatste jaren zowat overspoeld door toeristen en dat is ook te zien op de luchthaven van Keflavik. Men is dan ook overal aan het bijbouwen om die stroom toeristen op te vangen. Dat houdt tevens in dat deze luchthaven eigenlijk heel modern en nieuw geworden is ten opzichte van enkele jaren geleden.


Onze koffers komen als een van de eerste van de band en een halfuurtje later zijn we al bij mycar.is voor het ophalen van de huurauto. Het wordt deze keer een vrij nieuwe Toyota RAV4, automaat. 

We stoppen nog eens bij een supermarkt in Keflavik om de nodige dringende inkopen te doen, zoals onder meer water, en rijden dan door naar Reykjavik waar we, net zoals vorig jaar, een ommetje maken langs de Hallgrímskirkja (letterlijk de kerk van Hallgrímur). 
Die is met haar 74,5m IJslands hoogste kerkgebouw. Ze is vernoemd naar Hallgrímur Pétursson (1614 - 1675), een geestelijke en de grootste hymneschrijver van het land, van wie nu nog vele werken worden uitgevoerd.
De architect van de kerk, Guðjón Samúelsson, begon aan zijn ontwerp in 1937. Hij heeft zich daarbij laten inspireren door de grote basaltpartijen die op IJsland te vinden zijn, zoals die bij de Svartifoss. De bouw begon daadwerkelijk in 1945 en was pas 41 jaar later, in 1986, voltooid. De kerk staat vlak bij het oude centrum van Reykjavik en is vanuit de wijde omgeving zichtbaar. Ze is daardoor een van Reykjaviks bekendste symbolen. De kerk bevat een indrukwekkend kerkorgel gebouwd door de Duitse orgelbouwer Johannes Klais te Bonn. Het heeft vier klavieren, 72 registers en 5275 pijpen. Het orgel was in 1992 klaar. 
Het is al vrij donker als we er aankomen en dat levert niet meteen de mooiste foto's op. Bovendien is men langs beide kanten de bazaltzuilen aan het restaureren, waardoor de kerk gedeeltelijk in stellingen staat.


Daarna gaat het, ook bij herhaling, naar de Sun Voyager, een beeld van Jón Gunnar Árnason en een ode aan de zon voorstellend. Volgens de kunstenaar staat dit Vikingschip symbool voor nieuw, onontdekt gebied. Het schip staat aan de Sæbraut, aan de Faxaflói baai met Mt. Esja op de achtergrond.



Op weg naar het hotel krijgen we bijzonder mooie wolkenluchten te zien, maar kunnen die jammer genoeg, wegens geen stopgelegenheid, op foto vastleggen.

Na een etentje, ook al bij herhaling, in Grillhúsið in Borgarnes, installeren we ons om 21u in onze gezellige kamer.

Maar niet voor lang echter, want ook al net zoals vorig jaar, krijgen we van de eerste avond al noorderlicht te zien. Niet in die mate echter zoals we vorige jaren zagen, maar toch al een start.
Vermits het, geheel uitzonderlijk voor IJsland, zo goed als windstil is, blijven we tot zowat 23u buiten staan. Goed ingeduffeld is het zelfs best aangenaam. We nemen overigens geen foto's van het weinige noorderlicht.


Het weer: zonnig bij zo'n 5°C

Overnachting in Hotel Hafnarfjall
Aantal gereden km: 121

06 februari 2017 - Hafnarfjall - Akureyri



We vertrekken, na een heerlijk ontbijt, rond 10u. Veel vroeger heeft trouwens geen zin, vermits het pas dan echt volledig klaar is.


Behalve een uitstapje naar Hvitserkur staat er vandaag niets speciaal op het programma. Maar de rit op zich is dan ook al echt één om duimen en vingers van af te likken.

Benieuwd of de IJslandse chocolade even lekker is als de Belgische.


We rijden door voortdurend wisselende landschappen, dit vooral door de al dan niet aanwezigheid van sneeuw. Zodra we boven de 200m hoogte komen, zien we de sneeuw heel snel toenemen.



Het is vandaag zo goed als helemaal overtrokken, maar de wolken hangen hoog genoeg om alle besneeuwde bergtoppen te kunnen zien.


De 30 km lange zijweg naar Hvitserkur is volledig onverhard en soms zien we door de sneeuw amper waar we rijden.
De landschappen wisselen voortdurend, maar er is wel één constante, namelijk de IJslandse paarden. Die zijn opnieuw in grote aantallen aanwezig en zijn ook altijd even sociaal. Zodra ze iemand zien naderen, komen ze dichterbij.



Deze IJslandse paarden behoren tot de sterkste diersoorten op onze planeet en staan altijd buiten, zelfs in de meest barre omstandigheden. In IJsland is men dermate bevreesd dat de genen van dit oersterke ras zouden aangetast worden, dat men een wet uitgevaardigd heeft die zegt dat als een paard eenmaal het eiland verlaten heeft, het nooit nog mag terugkomen. Men wil op die manier vermijden dat het buiten IJsland in contact zou komen met andere paarden en zo hun eventuele ziektes terug naar het eiland zou brengen.

Normaal kan men vrij dicht tot bij Hvitserkur rijden, maar deze keer is de volledige weg tot bij de parking afgesloten, wegens "impassable". Daardoor "moeten" we een heel eind verder stappen. Onderweg zien we waarom die "impassable" is, nl door de grote stukken ijs die op de dirt road liggen. Naar beneden zou nog gelukt zijn, maar terug omhoog, zelfs met onze spijkerbanden, kon dit inderdaad misschien wel voor problemen gezorgd hebben. Bovendien rijden er hier ook heel wat auto's rond met tweewielaandrijving en die zouden het al helemaal kunnen vergeten.

Als we bij het uitkijkplatform komen, zien we Hvitserkur zoals we het nog nooit gezien hebben, namelijk volledig op het droge. En Tomas is ons al een stuk voor gelopen.


De afdaling van het uitkijkplatform naar Hvitserkur zelf is overigens ook niet zonder gevaar wegens de ijsplekken die hier en daar liggen. Het is er ook bij-zon-der steil naar beneden.

Het is ook hier weer volledig windstil en het is er heerlijk toeven. We zijn er helemaal alleen en blijven hier dan ook heel lang voor foto's en gewoon genieten van de stilte en omgeving.











Nogmaals Hvisterkur en omgeving van boven af.


Hier verblijft ook één van de grootste kolonies zeeleeuwen van IJsland en we zien ze inderdaad liggen.



Op weg naar het hotel in Akureyri komen we nog door een bergketen waar het bijzonder hard waait en waar het ook nog maar pas gesneeuwd heeft. Het levert bijzonder mooie, winterse plaatjes op.






Om 17u15 komen we aan bij het hotel, dat pal aan de bijzonder mooie Akureyrarkirkja ligt. Deze ietwat Sovjetfuturistisch ogende betonnen Evangelisch-Lutherse kerk, werd ontworpen door staatsarchitect Guðjón Samúelsson (1887–1950). Guðjón Samúelsson is overigens ook de architect van de Hallgrímskirkja in Reykjavík. De ingang van de in 1940 ingewijde kerk is bereikbaar via een trap die 112 treden telt. Het interieur van de kerk is vrij sober. Bijzonder is de aanwezigheid van het op één na grootste orgel van IJsland en een zeventiental gebrandschilderde glas-in-loodramen.


Net zoals vorig jaar gaan we bijzonder lekker eten in de Hamborgarafabrikkan. Wat men hier gepresenteerd krijgt is zo lekker dat het bijna een belediging is dat men dit 'hamburgers' noemt.

We laten nog ons kamernummer na bij de wekdienst van het hotel. Niet om ons morgenvroeg op te roepen, maar wel voor het geval er noorderlicht zou te zien zijn. Volgens de indexschaal is de kans daarop deze nacht echter heel klein.

Het weer: overtrokken maar droog, bij zo'n 3°C

Overnachting in Kea Hotel Akureyri
Aantal gereden km:  355

07 februari 2017 - Akureyri - Egilsstadir



--> Overige foto's en/of video's volgen later <--

Hotel Kea geeft een fantastisch ontbijt en daardoor vertrekken we opnieuw pas na 10u. Veel te laat eigenlijk, vooral omdat het een schitterende morgen is, met een prachtige zonsopgang.

Als we Akureyri verlaten, en het fjord oversteken, zien we het stadje van aan de overkant nog heel mooi liggen.


Eerste stop voor vandaag is de Godafoss, of Waterval van de Goden.

We rijden eerst naar de westelijke oever en merkwaardig genoeg staan er nu heel wat meer auto's op de parking dan vorig jaar in april, niettegenstaande het nu dus putje winter is.
En dat het putje winter is, merken we al direct als we uitstappen: het is hier gewoon één grote ijspiste. We kunnen ons nauwelijks op de been houden en vervloeken onszelf omdat we onze spikes niet meegebracht hebben. Die kochten we destijds om winterhikes te doen in het Zuidwesten van de VS en hadden er nooit aan gedacht om die mee te brengen naar hét land bij uitstek als het om ijs gaat...

Bijna op handen en voeten schuiven we naar een uitzichtpunt, maar eens daar aangekomen kunnen we nauwelijks iets zien van de machtige watervallen. Enerzijds omdat de zon op dit uur van de dag en in deze periode van het jaar veel te laag staat en de watervallen dan ook helemaal in de schaduw liggen. En anderzijds omdat er enorm veel stuifwater is. Ook dit is trouwens één van de redenen dat het er overal zo ontzettend glad is.








We besluiten dan ook na korte tijd om naar de oostelijke oever te rijden. Daar zullen we alvast geen last hebben van opstuivend water.

Daar moet men echter een stukje verder stappen om tot bij de watervallen te komen. En waar we vorig jaar, niettegenstaande de grote hoeveelheden sneeuw, vrij vlot over het verharde pad naar het uitzichtpunt konden stappen, is ook dit nu een heikele onderneming. Ook hier immers één grote ijspiste. Zodra het pad ook maar iets verandert in hellingsgraad, schuiven we langs alle kanten weg. Na heel wat stunt- en vliegwerk komen we uiteindelijk bij een uitzichtpunt, waar we toch nog wat foto's kunnen maken.



Wie heel wat meer én mooiere foto's + video's wil zien van deze machtige watervallen, kan terecht op onze blog van 2 april 2016

Hierna rijden we naar Lake Myvatn, waar we vorig jaar getuige waren van de opnames voor Fast & Furious 8 (zie zelfde blogpagina).
Het is hier bijzonder mooi en we rijden het volledige meer rond. Dit jaar echter geen speciale stops, die hebben we vorig jaar al gedaan.



We stoppen wel even kort bij de geothermische baden Jarðböðin, een heel wat rustiger alternatief voor de Blue Lagoon bij Reykjavik.



En ook bij één van de grootste solfatare velden van IJsland, dit van Hverir/Namaskard/Námafjall.
Hverir wordt in de volksmond vaak Námaskard genoemd. Het maakt deel uit van het Krafla-gebied en bevat heel wat modderpoelen en zwavelbronnen.
Hier heersen op een diepte van maar liefst 1000 meter, temperaturen van 200 graden Celsius.
Men ziet er overal de stoom uit de grond komen. Dit gaat met een gierend en fluitend geluid. Het is een van de mooiste solfatarenveld van IJsland.
Van vorig jaar echter weten we nog dat de grond daarrond een bijzonder modderige, kleverige bedoening is. Een soort klei die amper nog uit de schoenen te krijgen is.
We besluiten dan ook wijselijk om deze keer gewoon enkele foto's van op afstand te nemen.







Vorig jaar april was de aanrijroute naar het Vitti-meer nog niet sneeuwvrij gemaakt. Dit jaar is dit wel het geval en we rijden er dan ook naartoe. We willen wel eens dat mooie gekleurde meertje zien. Mooi winterlandschap.





Zo zou het er moeten uitzien...


Maar dit kregen wij te zien...



Hier is het inmiddels echt stormachtig geworden en gewoon de korte helling van parking tot de rand van het meer overbruggen lukt bijna niet. We krijgen totaal geen grip op het ijs en het pad stijgt dan ook nog een beetje.
Dit zorgt echter wel voor hilarische toestanden, vooral op de weg terug naar beneden.
De laatste meters glijd ik gewoon naar beneden, naar de auto toe. Ik doe nog snel van op afstand de koffer open in de hoop om mij daar te kunnen aan vastnemen, maar ik kom zo'n meter naast de auto terecht. Ik kan gewoon niet bijsturen omwille van de gladheid.
Na heel wat strompelen en glijden kan ik eindelijk de auto vastnemen en mij dichterbij trekken.
En dan komt Leen "afgevlogen"......



Zonder spijkerbanden kwamen we hier nooit meer weg van die parking, gewoon onmogelijk. Gelukkig zijn die in de winterperiode verplicht in IJsland.
En die zouden we ook bijzonder goed kunnen gebruiken op weg naar onze volgende stop, de Dettifoss en Selfoss watervallen. De Dettifoss is, wat waterverplaatsing betreft, de krachtigste waterval van Europa.

Vorig jaar werd de 21 km lange aanrijroute net vóór ons sneeuwvrij gemaakt. Nu ligt er geen sneeuw op de weg, maar iets dat veel erger/gevaarlijker is, namelijk een dikke, keiharde ijslaag, over de volledige breedte én lengte van de weg. En dit 21 km lang... x 2....


Slechts heel zelden slippen we een beetje, ook al dankzij de spijkerbanden, maar het is toch geen pretje om zo 42 km te rijden.
Als we onderweg eens uitstappen om foto's te maken van het prachtige ijslandschap, is het des te merkwaardiger hoe we hier kunnen rijden: we glijden zelfs gewoon, zonder iets te doen, naar de kant van de weg die het laagst ligt.





Dat is ook niet direct geruststellend om helemaal tot het eind te rijden.
We doen het echter toch, en dat zou vergeefse moeite blijken. Daar waar we vorig jaar immers het 800 m lange pad dienden te overwinnen in een echte sneeuwstorm en soms kniediep in de sneeuw zakkend, is het ook hier nu weer opnieuw niets anders dan ijs, ijs, ijs...
No way dat we lijf en leden gaan riskeren om 2x800m te kruipen/strompelen om de 2 watervallen te zien die we vorig jaar ook al zagen. Leen was er vorig jaar dan wel niet bij, maar ze is wat blij dat we besluiten om rechtsomkeer te maken. Hierbij kunnen we amper de halve meter hoogteverschil overbruggen tussen parking en auto. Alleen dit al dient op handen en voeten te gebeuren. Ai ai ai, met onze spikes waren we hier zo maar over gevlogen...



We rijden nu ineens door naar onze eindbestemming en dat is voortdurend door een schitterend landschap, met de zon weerkaatsend op het ijs en/of sneeuw.






En zo ziet een fotosessie er uit in het stormachtige IJsland...



Het is toch al 18u als we aankomen bij ons hotel. We krijgen een upgrade naar een superior room met lake view. Een welgekomen verrassing na een toch wel bijzonder avontuurlijke dag waarbij we heel wat afgelachen hebben.

Voor het avondeten gaan we te voet naar Egilsstadir en om 21u zijn we terug in de kamer.
Wellicht opnieuw geen noorderlicht. Het is wel volledig helder, maar ook zo goed als volle maan, en dat is geen goede situatie voor de aurora borealis.

Enkele minuten geleden kregen we van onze autoverhuurmaatschappij volgende mail:
"Tomorrow, Wednesday, we have a severe storm coming in with hurricane force wind gusts up to 50 m/s (180 km/hr) in western Iceland! We wanted to ask you to print out and hang this alert up for your clients and guests to see. Also to inform them about the dangers that follow travelling in these conditions. We highly recommend against any travels during this time especially along Hafnarfjall!"

Wij zijn nu wel aan de oostkust, maar 2 dagen geleden sliepen we nog in...Hafnarfjall. En morgen rijden we ook opnieuw naar het zuidwesten. Hopelijk geen al te grote problemen dus...


Het weer: afwisselend zon en opklaringen

Overnachting in Lake Hotel Egilsstadir

Aantal gereden km:  335